Signaalwoorden, ook wel verbindingswoorden of structuuraanduiders genoemd, zijn woorden of woordgroepen die de verbanden tussen zinnen of alinea's aangeven. Ze helpen de lezer de structuur en logica van de tekst te begrijpen.
Door signaalwoorden te gebruiken, maak je je tekst beter leesbaar en zorg je voor een logische flow.
Er zijn veel verschillende soorten signaalwoorden, die elk een ander verband aangeven. Hieronder staan enkele voorbeelden van veelgebruikte signaalwoorden en de verbanden die ze aangeven:
- Opsomming: ten eerste, ten tweede, ten slotte, vervolgens, bovendien, ook, etc.
- Tegenstelling: maar, echter, daarentegen, terwijl, ondanks, etc.
- Voorbeeld: bijvoorbeeld, ter illustratie, zo bijvoorbeeld, etc.
- Reden/oorzaak: omdat, want, aangezien, doordat, immers, etc.
- Gevolg/resultaat: dus, daardoor, vandaar, bijgevolg, etc.
- Conclusie: kortom, samengevat, concluderend, met andere woorden, etc.
- Chronologie (tijd): daarna, vervolgens, tenslotte, later, eerder, etc.
Dit is slechts een greep uit de vele soorten signaalwoorden die er bestaan. Door te oefenen met het herkennen en gebruiken van signaalwoorden, kun je je schrijfvaardigheid verbeteren en je teksten helderder en vloeiender maken.