De grootste kraaiachtige vogel is de raaf (Corvus corax). Met een lengte van 56 tot 69 cm en een spanwijdte van 125 tot 180 cm is de raaf aanzienlijk groter dan andere kraaiensoorten, zoals de roek (Corvus frugilegus) en de kauw (Corvus monedula).
Naast zijn omvang is de raaf ook te herkennen aan zijn gitzwarte verenkleed, krachtige snavel en kenmerkende "kraa-kraa"-geluid. R苯ven komen voor in een breed scala aan habitats, van bossen en gebergtes tot steden en landbouwgebieden. Ze staan bekend om hun intelligentie, aanpassingsvermogen en opportunistische gedrag.
De raaf speelt een belangrijke rol in de mythologie en folklore van veel culturen, en wordt vaak geassocieerd met wijsheid, dood en magie.